2024. 17:30 uur De mandarijnen en mini reepjes liggen klaar voor de kinderen die nog Sint Maarten vieren. Een kaars voor ons keukenraam betekent: wij doen mee.
1964. Als kind liep ik in Farmsum Sint Maarten. Bij dokter Dublinga kregen we een dubbeltje.
2024. 18:15 uur. Het regent.
1964. Kip-kap-Kogel en Sunt Martinus bisschop waren mijn favorieten. Vier regeltjes afraffelen en het snoepgoed pakken. Hop, naar de volgende deur.
2024. 18:30 uur. Ik hoor muziekvereniging Excelcior in het park. De kinderen met lampions zullen achter de muziek aanlopen. Het regent behoorlijk.
1964. Ik kan mij niet herinneren dat kinderen Sint Maarten liedjes in het Nederlands zongen, je hoorde alleen maar Gronings.
2024. 18:49 uur. De bel. Twee kinderen zingen vier regeltjes en krijgen een mandarijn en een minireepje. Twee moeders kijken van een afstandje toe. “Wat zeg je dan?” “Dankjewel”.
1964. In het centrum van Delfzijl kon je beter lopen want er waren meer winkels en de opbrengst groter dan in Farmsum.
2024. 18:54 uur. De bel. Drie kinderen met vader en paraplu aan de deur. Twee zingen een kort couplet en de kleinste kijkt alleen maar. Het regent nog steeds.
1964. Het kaarsje in mijn lampion brandde nooit lang. Ik kwam altijd thuis met een uitgewaaide kaars en soms een verregende lampion. Vaders en moeders liepen toen niet mee. Wij kinderen gingen in kleine groepjes op stap.
2024. 19:51 uur. De bel. Eén kind aan de deur met een vader op de achtergrond. Net als andere jaren hebben we te veel gekocht, maar dat komt wel op.
1964. Bij thuiskomst werd de tas geleegd en de opbrengst geteld, in weckflessen bewaard en gedeeld.
2024. 20:04 uur. De bel. Twee oudere jongens (groep 8?) krijgen na hun versje hun beloning. Acht kinderen. Veel meer zijn er nooit geweest.