R. is bij ons op bezoek. “Ga eens met de rug tegen elkaar staan, kijken wie groter is”, zegt I. Ik weet dat ik niet kan winnen van onze oudste zoon, maar als je dan toch verliest dan maar van je eigen kind. Volgens I. ben ik gekrompen maar het verschil valt haar mee. Dat voelt voor mij toch als een kleine winst. Ik wil graag meer weten over mijn krimp en neem een duik op het internet.
Je letterlijke hoogtepunt bereik je als je rond de 20 bent. Daarna blijft je lengte tien jaar nagenoeg stabiel, maar tussen je 30ste en je 60ste krimp je met gemiddeld een centimeter per decennium. Daarna gaat het sneller. Grote en kleine mensen krimpen evenveel, maar vrouwen verliezen meer lengte dan mannen. In totaal worden mensen gemiddeld 5 tot 8 centimeter kleiner.
Meten is weten dus ik leg mijzelf en I. op de meetlat: ’s morgens en ’s avonds, want ik wil het wel zorgvuldig doen met meerdere metingen. Tot mijn grote verrassing ontdek ik dat je ’s morgens langer bent dan ’s avonds! Bij mij is het verschil 1,5 cm. En bij I. 1 cm. Op mijn ID staat een lengte van 1,83 en bij I. 1,74 dus er is ook wetenschappelijk bewijs dat wij beiden krimpen.