Vol sombere doemgedachten geraakte ik in een straat waar meisjes aan ’t spelen waren en we kwamen aan de praat.
Turkse en Surinaamse en sommigen autochtoon en ze hadden er nauwelijks weet van, ze speelden daar gewoon.
Mijn sombere visioenen van een wereld die verging, vervaagden in ’t licht van die kinderen tot een herinnering.
Want die meisjes met aardige ogen en met hun prachtige haar zullen de kinderen baren voor de komende duizend jaar.
Willem Wilmink (1936 – 2003)